Doorgaan naar hoofdcontent

Antwerpen - Brussel - Antwerpen

Gisterenavond overviel het me plots. Een ingeving tijdens het douchen: “vanaf morgen neem ik een notaboekje mee op mijn fiets- & wandeltochten”. 

Er zijn 2 redenen waarom ik dat een goed idee vind:

Toen ik dit boekje kocht wou ik het voor iets speciaals gebruiken. Ik heb de afgelopen jaren al heel wat boekjes & schriftjes volgeschreven. Er zijn er waar mijn donkerste gedachten in kwamen. Die zijn ondertussen vakkundig vernietigd.  Maar het boekje waar ik tijdens mijn tochten in zal schrijven heeft geen vernietigingsstatus. Ik vind het daar te speciaal voor. Het is een mooi, aan de buitenkant zilverkleurig, boekje met lijntjespapier. Vooraan op de hard cover staat het logo van ‘Stand-up Antwerp Comedyclub’. Een club die lokaal & internationaal onbekend en beginnend talent podiumkansen wil bieden. In coronatijden zijn er geen ticketinkomsten. Dus proberen ze op andere manieren toch wat werkingsmiddelen te genereren. 

Een mooi blanco boekje verkopen brengt dan toch iets in het laatje. 

Ik heb dus sinds kort het idee om tijdens rustpauzes impressies over mijn wandel- & fietstochten op te schrijven. Een mix van de invloed die de omgeving op mij heeft en andere mijmeringen. Fietsen en wandelen is mijn manier om mijn hoofd wat leeg te maken, om er rust in te brengen. Al stel ik veelal vast dat dit eerder een onmogelijke taak is. Ook tijdens het wandelen en fietsen gaat er heel wat in mijn hoofd om.

Dit idee ontsproot door het gevoel dat me overviel tijdens een tochtje Antwerpen – Brussel – Antwerpen. Deze 120 km durende trip was toch wel een openbaring voor mij.

Tot die trip naar en van Brussel beperkten mijn fietstochten zich tot ritjes langs waterlopen en spoorwegen. Op die manier moest ik niet te veel nadenken over de te volgen route. Gewoon het kanaal, de Schelde, Rupel, Nete of de fietsostrade volgen. Handig…

En zo heb ik al wel wat schoonheid ontdekt. Gewoon achter de hoek! Tot nu toe voornamelijk gesitueerd tussen Antwerpen en Brussel. 

Sinds kort beschik ik over een heel gebruiksvriendelijke fiets gps app. En een flexibel rubberen gsm houder waarmee ik mijn smartphone op mijn fietsstuur kan plaatsen. Sindsdien hoef ik niet meer enkel kanalen, rivieren en spoorwegen te volgen. Ik stippel op mijn laptop vooraf de route uit en kan die dan simpelweg te volgen.

Dit eerste stukje schrijf ik ietwat onhandig op een zitbankje op het Brandhoutplein in Brussel. Het boekje op mijn schoot. Mijn geschrift is sowieso al rampzalig gekrabbel. Terwijl ik zo zit te schrijven hoop ik dat ik het nadien zelf nog kan lezen. Enkele regendruppels en gedonder in de verte maakt dat ik moet inpakken en wegwezen.

Het is de vierde keer dat ik deze tocht onderneem. Met dat verschil dat ik vandaag de route in omgekeerde volgorde nam. Wat eigenlijk wel beter is, want het fysiek zwaarste stuk verbijt ik nu in de eerste helft van mijn tocht. Voor ik me ergens in Brussel zet om te lunchen. Normaal gezien maak ik dat voor ik vertrek. Vandaag had ik geen tijd, dus wordt het een broodje van de Panos. 

Deze skyline maakt het overduidelijk: Brussel is in zicht.

Ik trek dat precies aan. Een man spreekt me in ‘t Frans aan. Uiteindelijk komt het er op neer dat hij geld vraagt, of iets om te eten. Ik zeg dat ik niets bij heb, maar wanneer ik verder fiets vraag ik me af of ik niet moet terugdraaien en hem mijn broodje geven. Ik hou van Brussel, maar telkens raakt de armoede en bedelaars in deze stad me wel. We hebben de beste sociale zekerheid van de wereld. Hoe komt het dan dat in onze hoofdstad gezinnen met kinderen op straat leven? Ik ben al enkele uren op weg en heb nog niets gegeten. Ik beslis om me niet schuldig te voelen en na een 80-tal km met een lege maag heb ik dat broodje zelf nodig.

Na de lunch op het Brandhoutplein deed ik eerst een rondje door Brussel. Ik blijf het een spectaculair gevoel vinden, zo door Brussel fietsen. Al katapulteert het me deels terug naar het Antwerpen van de jaren 80. Toen fietspaden ook daar nog niet echt gekend waren en koning auto overal zijn plaats opeiste. Stad Brussel is deels wel een inhaalbeweging aan het maken. Door fietspaden aan te leggen en verschillende delen van de binnenstad autovrij te maken. Maar op andere plekken is het een drukte van jewelste. Veel automobilisten weten duidelijk hoe hun claxon te gebruiken. Snel optrekkend en een beetje later kruispunten helemaal blokkerend. Met nog meer getoeter tot gevolg. Er is duidelijk veel testosteron op de weg. Al merk ik dat ook menig voetganger nog niet goed door heeft dat een fietspad geen voetpad is. 

 Een van de rustige plekken in de stad. Elders is koning auto heer en meester.

Ik fiets langs verschillende gekende plekken die ik eerder al bezocht of er langs wandelde. De beurs, het Brusselse Chinatown, de brede autovrije laan in het centrum waar ik weet niet hoeveel keer al betogend doorgewandeld ben. De AB, waar ik nog nooit naar een concert ging maar wel met ongeveer 500 jeugdwerkers uit heel Vlaanderen een zeer boeiende dag had. Idem een gebouw vlak bij het koninklijk paleis.

Langs het hoofdgebouw van ACOD waar ik nog nooit een voet binnen zette. Een beetje verder een mural van Thorgal. Juist voor station Zuid rij ik naar rechts, richting de Kanaalzone. Daar passeer ik Recy-K en de voormalige Bell Vue brouwerij die ondertussen gerenoveerd is en een nieuwe invulling heeft. Vooraleer Brussel te verlaten passeer ik nog Allee de kaai en Tour & Taxi. Om zo langs de Brussel cruise terminal richting Vilvoorde te rijden. Iets dat veel spectaculairder klinkt dan het is. Ik vind het eerder een desolate plek om cruiseschepen te laten aanmeren.

In het centrum van Brussel zet ik mijn mondmasker op. De rest van de rit verloopt mondmaskervrij. 

Ik heb dan al meer dan 80 km van de fietstocht afgelegd. Dus een 10-tal minuten aan een ophaalbrug moeten wachten vind ik niet erg. Het wegdek van deze brug gaat in zijn geheel horizontaal naar boven,  technisch gezien geen ophaalbrug maar een…geen idee wat hier de juiste benaming van is. 

Ik heb iets met water en boten, ik geniet van de twee binnenvaartschepen die er langs varen. Er zijn weinig dingen waarvan ik spijt heb, die ik liever anders gedaan had. Behalve het niet naar de scheepvaartschool gaan. Iets waar ik vroeger van droomde. Maar door een extreem laag zelfbeeld, me toen veel afvragend waarom ik op deze aarde rondliep, maakte dat mijn middelbare schoolloopbaan eerder rampzalig verliep. Ik was er ook van overtuigd dat ik het toch niet zou kunnen dus hield deze droom voor mezelf. Nu wil ik dit ook niet te fel dramatiseren, want uiteindelijk heb ik over mijn huidige leven niet veel te klagen.

’t Was van korte duur, die regenbui. Tegen dat ik mijn jas aan had stopte de regen. Ondertussen zit ik ergens te Vilvoorde op een idyllisch plekje naast het water op een niet officiële picknickbank. Een tafel vergemakkelijkt het schrijven. 

Verwondering ligt achter elke hoek. 

Juist voor ik hier toekwam fietste ik door een bijna niet te zien weggetje door een braakliggend terrein. Plots zie ik rechts van mij een ooievaar. Het zijn deze toevalligheden die mijn ritjes extra kleur geven. Eerder hoorde en zag ik enkele buizerds. Op deze godverlaten plek ontdek ik een grote mural. Knap maar wel raar dat deze hier geschilderd werd. Veel volk zal hier niet passeren.

Even overstemt het geluid van een opstijgend vliegtuig al de rest. Maar het duurt niet lang of ik hoor opnieuw rechts van mij enkele krekels. Achter mij spelende kinderen in wat een tijdelijk in gebruik genomen site lijkt. Voor mij hoor ik eenden, af en toe een kikker en voorbijrijdende fietsers. Soms hoor ik een andere vogel maar herken ik niet welke. Terwijl ik dit zit de schrijven houdt een lieveheersbeestje me op tafel heel de tijd gezelschap. De perfecte plek om mijn pruimentaartje te verorberen. 

Ik weet het, het is geen artisanaal gebakje, maar een pruimentaartje van de Panos smaakt me altijd. 

Ondertussen zegt mijn onderrug me dat het tijd is om verder te fietsen. Deze kramakkelig geknutselde bank zit niet echt comfortabel. Op naar ’t stad dus!

Naar huis fietsend vervloek ik de tegenwind. Ik was er nochtans zeker van dat ik die tijdens de heenweg trotseerde. Ofwel vergiste ik me, of de wind is gedraaid? Na een tussenstop in de Delhaize van Duffel herneem ik de laatste kilometers. In Mortsel twijfel ik om mijn route in te korten, maar beslis om de kleine omweg naar huis toch te nemen. Ik ga er vandaag helemaal voor. Door deze beslissing hoor ik flarden van een gesprek van een vader en zoon, denk ik, die me op hun racefiets voorbij rijden. Ik hoor heel duidelijk het woord ‘penisvergroting’ maar ze rijden te snel om de rest te kunnen verstaan.

Na 127 km kom ik moe maar voldaan thuis. Ik heb er weer van genoten. 

Reacties

  1. Knap geschreven weeral Erik. Ik lees je graag. Vlot en boeiend en schilderachtig.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

In de hoop weer 'gewoon Daisy' te kunnen zijn...

Voor dit portret trek ik naar mijn oude vertrouwde Zurenborg. De Antwerpse wijk waar ik mijn eerste jaren in Antwerpen doorbracht. Ik herinner me nog de avonden op de Dageraadplaats, op een bankje onder een houten afdak. Het was de afspraakplek voor de lokale jeugd. Later werd dat café Zeezicht. In die tijd was het aantal horecazaken daar zeer beperkt. Veel keuze was er niet. Nu is het er helemaal anders, veel cafés en restaurantjes, een deel van de straten rond het plein zijn autovrij. Wat ruimte voor een leuke speeltuin geeft. Een lichtjestapijt boven het basketbalveld wekt de indruk van een permanent zichtbare sterrenhemel.   Je kan er relaxed op een terrasje plaats nemen terwijl je kinderen zich   in de speeltuin amuseren. Je maakt er kennis met de troeven van leven in een stad, zonder broeierige onaangename drukte. Ooit een wijk in verval, met oude huizen die niemand wou. Te kostelijk om ze te renoveren in te isoleren. Nu een van de hipste wijken van ’t stad. Daisy woont er graag,
De belichaming van hoop? De aftrap In de koffiebar van KdG campus zuid vraag ik het haar: of ik haar portret zou mogen schijven. Op zich niet evident, want het is niet dat we zo’n persoonlijk innige band hebben. We kennen elkaar vooral als collega’s. Maar wie verder leest, zal ontdekken dat er wél een link is.   Ze reageert zeer enthousiast op mijn vraag. Voelt zich zelfs vereerd. Heel begrijpelijk, het idee dat iemand interesse in je toont en daar iets mee wil doen is fijn. Ze is de eerste die ik zal portretteren. Ik kan geen uitgebreid palmares aan portretten als referentie voorleggen. Ik apprecieer dat ze me deze kans geeft. Een portret schrijven is een momentopname, in dit geval gebaseerd op een diepgaand gesprek en eerdere ervaringen die ik met Leen had.  Op weg naar Deurne Soit, het is daardoor dat ik op een zaterdagmiddag in winterse koude van Hoboken naar de andere kant van de stad fiets. Het klinkt misschien spectaculair, maar het valt wel mee. Zo groot is Antwerpen nu ook

Mijn 2023 (best op een groter scherm bekijken)