Nina deelde onlangs een essay over trauma. Hoe het je leven grondig blijft beïnvloeden en hoe men tracht er veelal een positieve insteek aan te geven. Hoe je een traumatische gebeurtenis moet gebruiken om ‘sterker’ te worden. Het lezen van deze essay maakte een en ander bij me los. En zo komt het dat ik hier nu zit te schrijven.
Ook ik heb de afgelopen jaren regelmatig gezegd dat ik trots ben over waar ik nu in het leven sta. Dat ik toch vrij ver gekomen ben. Dat negatieve ervaringen mij niet klein gekregen hebben. Dat het evengoed helemaal anders had kunnen lopen. Al zag het er eerst enkele jaren minder rooskleurig uit. En soms poppen de minder leuke dingen onverwachts terug op.
Laat ik je een voorbeeld van zo’n ervaring geven
In geen enkele van de scholen waar ik les volgde kreeg
ik positieve gevoelens of motiverende feedback. Integendeel, eerder in rood
geschreven commentaren van wat een luierik ik wel niet was. Ik werd een goed
voorbeeld van self fulfilling prophecy.
Tot ik in het vijfde middelbaar beroeps “drukkerijbedrijven” de eindmeet en vooral een andere praktijkleerkracht in het vooruitzicht had. Want met de huidige was er echt geen goeie match. En met die van het zesde zat ik wel op eenzelfde golflengte. Met hem wou ik echt mijn schoolloopbaan in schoonheid eindigen. Ik had er opnieuw zin in en zag het al heel wat rooskleuriger in!
Aan het einde van het vijfde leerjaar moesten we nog een
eindwerk maken, in vierkleurendruk. Iets wat niet in één lesvoormiddag kon. Ik
mocht samen met Jacky als eerste starten.
Na die eerste druk was de leerkracht onverwacht heel
behulpzaam. Vrij uitgebreid vertelde hij dat ’s avonds tijdens de avondschool
wel eens drukwerk verdween. Daarom dat Jacky en ik ons werk in zijn kast mochten
leggen. Een kast die hij dan op slot deed en waarvan alleen hij een sleutel
had. Dus ons drukwerk zou daar veilig liggen. Ik herinner me nog dat ik die les
met een positief gevoel naar huis ging. Dat hij dan misschien toch niet zo’n
verschrikkelijke mens was, ik me misschien wel een beetje vergist had in hoe ik
hem zag.
Maar…de volgende dag bleek mijn drukwerk niet meer in de
kast te liggen. Dat van Jacky nog wél… Ook nu was hij heel vriendelijk en
behulpzaam. Gaf hij me tips over waar het eventueel zou kunnen liggen.
Natuurlijk was het onvindbaar. Maar op zo’n moment denk je er niet aan dat een
leerkracht zó slecht kan zijn dat hij bewust je eindwerk saboteert. Dus bleef
ik een tijdje zoeken, maar tevergeefs!
Nee, het was dus nergens te vinden. Dus moest ik me de laatste
weken van het schooljaar tijdens zijn praktijklessen in stilte bezighouden.
Mocht er tijd over zijn mocht ik alsnog mijn eindwerk maken. Er was geen tijd
meer over…maar niet getreurd. Dat vijfde middelbaar herpakte ik me. Met de
eindexamens deed ik echt mijn best, studeerde voor de eerste keer keihard voor
alle vakken. Ik had er een goed gevoel bij, de examens verliepen goed.
Dan kwam de dag van de waarheid. We werden in de
refter samengebracht. Een leerkracht nam plaats op het podium om één na één
ieders naam te zeggen en zo aan te geven of je je vijfde jaar met vrucht
beëindigde. Eerst die met een A-attest. Daar was ik niet bij maar ik vond dat
niet zo erg. Met een B-attest zou ik ook tevreden zijn. Als ik maar door zou
kunnen naar het zesde. Hoe maakte me niet uit. Door het goede gevoel bij de
examens was ik ervan overtuigd door te kunnen naar het zesde. Maar ik was er niet
bij.
Dan de leerlingen met een C-attest. Het bleek er maar
één te zijn: Erik Richart. Ik hield me stoer, deed alsof het me niet raakte,
maar het kwam heel diep binnen. Een erg vernederende ervaring die met de
ouderavond alleen maar erger werd. Verschillende leerkrachten gaven aan niet
akkoord te zijn met mijn C-attest. Ze vonden dat ik me knap herpakt had. Dat ik
het verdiende naar het zesde middelbaar te gaan. Eindelijk kreeg ik eens
positieve feedback op school. Maar het draaide dus alsnog negatief uit.
Ze vertelden me dat ze echt hun best gedaan hadden om me
via deliberatie erdoor te laten. Maar dat één leerkracht dat niet wou, er op
stond mij een C-attest te geven. Ja, je raadt het al, de praktijkleerkracht.
Hij wou me absoluut niet doorlaten naar het zesde, wou me als enige geen kans
geven.
Voor de zoveelste keer kreeg ik het gevoel niet veel waard
te zijn. Er alleen voor te staan, niemand te hebben die er echt voor mij was. Van
één ding was ik zeker: No way dat ik daar mijn vijfde jaar opnieuw zou doen. Ik
koos dan maar voor een leercontract, waardoor ik alsnog nog maar één jaar
school hoefde te lopen en eindelijk mijn leven kon starten.
Het blijft sluimeren
Deze ervaring speelde nog heel lang na. Telkens wanneer
ik in het nieuws een bericht hoorde over een leerkracht die door een leerling
aangevallen was wou ik graag het verhaal van die leerling eerst horen vooraleer
een oordeel te vellen. Vele jaren liep ik met echte haatgevoelens tegenover die
praktijkleerkracht rond. Iets waar je ook niet echt gelukkig van wordt.
Die gevoelens zijn met de jaren uiteraard wel beginnen
slijten, maar ik merk dat deze situatie toch nog veel naar boven komt. Telkens
met de vraag: “Mocht ik toen geen C-attest gekregen hebben, hoe zou mijn leven
dan nu zijn?”
Ook de bedenking dat als je iemand niet kan uitstaan, je die
toch niet zijn jaar opnieuw laat doen? Want dan zit je er terug een jaar mee
opgescheept. Ik vraag me ook af of hij nog leeft. Ik zou hem wel willen vragen
wat hem toen bezield heeft? Of er in zijn loopbaan nog leerlingen zijn waar hij
zoiets bij gelapt heeft?
Het is ook een ervaring waar ik weinig over praat, want ik
kan me voorstellen dat velen het niet echt zouden geloven. Dat ik de dingen
fout interpreteer en er echt wel een andere kant aan dit verhaal is.
Soit, een andere reden waarom ik hem wil ontmoeten is om hem
te zeggen en tonen dat hij me er niet onderdoor gekregen heeft. Dat ik op een
succesvolle en positieve manier door het leven ga en dat ik ondertussen een
Bachelor diploma “gegradueerde in de orthopedagogiek” op zak heb.
En zo zijn er nog ervaringen en situaties in mijn eerste
levensjaren geweest die me niet klein hebben gekregen. Die me doen besluiten
dat ik er misschien juist sterker door geworden ben. Dat ik door deze
traumatische verhalen juist geraakt ben tot waar ik nu sta. Dat ik er bijna
dankbaar voor zou moeten zijn. Anderzijds: ik kan niet anders dan toegeven dat
het geen makkelijk traject was. Dat ik er tot op vandaag nog steeds een prijs
voor betaal.
Bedankt Sanne
Tot vandaag dus, want Sanne Van Rij stelt dit mechanisme in haar essay terecht in vraag. Door te stellen dat we iets positiefs uit onze negatieve ervaringen gehaald hebben, verzachten we ze. Op zich een begrijpbare en menselijke reactie. Maar de vraag is hoeveel dat uiteindelijk gekost heeft? En nog steeds dagelijks kost? Ze geeft aan dat je mag uitkomen voor de negatieve effecten en gevolgen. Je moet niet altijd moet doen alsof alles perfect loopt. Je mag ervan uitgaan dat zonder die traumatische ervaringen je leven misschien helemaal anders zou verlopen. Zonder de negatieve effecten en de prijs die je nu betaald om te staan waar je in je leven staat. Misschien stond je dan wel ergens helemaal anders of nog sterker in het leven…
Bessel van der Kolk beschrijft dat heel goed in zijn boek ‘Traumasporen’.
Welke invloed trauma een blijvend effect op je leven heeft. Ok, ik ben er goed
uitgekomen, maar hoe zou mijn leven vandaag zonder al die negatieve ervaringen
zijn? Waar zou ik dan nu staan? Zou ik dan nog steeds de behoefte hebben om me
nu en dan op zolder af te zonderen?
Ik weet het, het heeft geen zin om daar mijn hoofd over te breken. Doe ik op zich niet, want daar word ik niet gelukkig van. Maar toch vraag ik het me soms af. Vooral omdat het me veel kost om te staan waar ik nu sta en het dagelijks veel van me blijft vergen.
Gedaan met eeuwig positivisme?
Reacties
Een reactie posten