Doorgaan naar hoofdcontent

Ik sta er nog steeds!

Nog nooit klonk het getik van de regen op het venster zo mooi en zalig als vandaag. Eindelijk, na weken droogte, en met momenten ondraaglijke hitte, krijgen we wat verkoeling. Ik hoop dat het nu even zo blijft. In de regen kan je fiets- & wandeltochten ondernemen. In de hitte is dat geen goed idee. Ik kijk er echt naar uit om wat meer naar buiten te kunnen, met Nina en ook op mijn eentje. De afgelopen dagen is het lijstje uitgestippelde routes alleen maar langer geworden. Dringend tijd dus om het in te korten

Na een 10-tal dagen vakantie heb ik me op onze zolder teruggetrokken. 10 dagen met 5 in huis is heftig. Voor mij althans. Wat niet op het conto van die vier andere mensen geschreven kan worden. Het is helemaal mijn eigen ding. Iets waar ik wel vaker mee geconfronteerd word.
Nina deelde onlangs een essay over trauma. Hoe het je leven grondig blijft beïnvloeden en hoe men tracht er veelal een positieve insteek aan te geven. Hoe je een traumatische gebeurtenis moet gebruiken om ‘sterker’ te worden. Het lezen van deze essay maakte een en ander bij me los. En zo komt het dat ik hier nu zit te schrijven.

Ook ik heb de afgelopen jaren regelmatig gezegd dat ik trots ben over waar ik nu in het leven sta. Dat ik toch vrij ver gekomen ben. Dat negatieve ervaringen mij niet klein gekregen hebben. Dat het evengoed helemaal anders had kunnen lopen. Al zag het er eerst enkele jaren minder rooskleurig uit. En soms poppen de minder leuke dingen onverwachts terug op.

Laat ik je een voorbeeld van zo’n ervaring geven

Ik was school al een hele tijd meer dan beu, ik zat in een negatieve spiraal. Met een heel negatief zelfbeeld, me soms afvragend waarom ik op deze aardbol aanwezig was. Ervan overtuigd dat mocht ik er niet meer zijn, niemand me zou missen. 

In geen enkele van de scholen waar ik les volgde kreeg ik positieve gevoelens of motiverende feedback. Integendeel, eerder in rood geschreven commentaren van wat een luierik ik wel niet was. Ik werd een goed voorbeeld van self fulfilling prophecy. 

Tot ik in het vijfde middelbaar beroeps “drukkerijbedrijven” de eindmeet en vooral een andere praktijkleerkracht in het vooruitzicht had. Want met de huidige was er echt geen goeie match. En met die van het zesde zat ik wel op eenzelfde golflengte. Met hem wou ik echt mijn schoolloopbaan in schoonheid eindigen. Ik had er opnieuw zin in en zag het al heel wat rooskleuriger in! 

Aan het einde van het vijfde leerjaar moesten we nog een eindwerk maken, in vierkleurendruk. Iets wat niet in één lesvoormiddag kon. Ik mocht samen met Jacky als eerste starten.

Na die eerste druk was de leerkracht onverwacht heel behulpzaam. Vrij uitgebreid vertelde hij dat ’s avonds tijdens de avondschool wel eens drukwerk verdween. Daarom dat Jacky en ik ons werk in zijn kast mochten leggen. Een kast die hij dan op slot deed en waarvan alleen hij een sleutel had. Dus ons drukwerk zou daar veilig liggen. Ik herinner me nog dat ik die les met een positief gevoel naar huis ging. Dat hij dan misschien toch niet zo’n verschrikkelijke mens was, ik me misschien wel een beetje vergist had in hoe ik hem zag.

Maar…de volgende dag bleek mijn drukwerk niet meer in de kast te liggen. Dat van Jacky nog wél… Ook nu was hij heel vriendelijk en behulpzaam. Gaf hij me tips over waar het eventueel zou kunnen liggen. Natuurlijk was het onvindbaar. Maar op zo’n moment denk je er niet aan dat een leerkracht zó slecht kan zijn dat hij bewust je eindwerk saboteert. Dus bleef ik een tijdje zoeken, maar tevergeefs!

Nee, het was dus nergens te vinden. Dus moest ik me de laatste weken van het schooljaar tijdens zijn praktijklessen in stilte bezighouden. Mocht er tijd over zijn mocht ik alsnog mijn eindwerk maken. Er was geen tijd meer over…maar niet getreurd. Dat vijfde middelbaar herpakte ik me. Met de eindexamens deed ik echt mijn best, studeerde voor de eerste keer keihard voor alle vakken. Ik had er een goed gevoel bij, de examens verliepen goed.

Dan kwam de dag van de waarheid. We werden in de refter samengebracht. Een leerkracht nam plaats op het podium om één na één ieders naam te zeggen en zo aan te geven of je je vijfde jaar met vrucht beëindigde. Eerst die met een A-attest. Daar was ik niet bij maar ik vond dat niet zo erg. Met een B-attest zou ik ook tevreden zijn. Als ik maar door zou kunnen naar het zesde. Hoe maakte me niet uit. Door het goede gevoel bij de examens was ik ervan overtuigd door te kunnen naar het zesde. Maar ik was er niet bij. 

Dan de leerlingen met een C-attest. Het bleek er maar één te zijn: Erik Richart. Ik hield me stoer, deed alsof het me niet raakte, maar het kwam heel diep binnen. Een erg vernederende ervaring die met de ouderavond alleen maar erger werd. Verschillende leerkrachten gaven aan niet akkoord te zijn met mijn C-attest. Ze vonden dat ik me knap herpakt had. Dat ik het verdiende naar het zesde middelbaar te gaan. Eindelijk kreeg ik eens positieve feedback op school. Maar het draaide dus alsnog negatief uit. 

Ze vertelden me dat ze echt hun best gedaan hadden om me via deliberatie erdoor te laten. Maar dat één leerkracht dat niet wou, er op stond mij een C-attest te geven. Ja, je raadt het al, de praktijkleerkracht. Hij wou me absoluut niet doorlaten naar het zesde, wou me als enige geen kans geven.

Voor de zoveelste keer kreeg ik het gevoel niet veel waard te zijn. Er alleen voor te staan, niemand te hebben die er echt voor mij was. Van één ding was ik zeker: No way dat ik daar mijn vijfde jaar opnieuw zou doen. Ik koos dan maar voor een leercontract, waardoor ik alsnog nog maar één jaar school hoefde te lopen en eindelijk mijn leven kon starten.


Het blijft sluimeren

Deze ervaring speelde nog heel lang na. Telkens wanneer ik in het nieuws een bericht hoorde over een leerkracht die door een leerling aangevallen was wou ik graag het verhaal van die leerling eerst horen vooraleer een oordeel te vellen. Vele jaren liep ik met echte haatgevoelens tegenover die praktijkleerkracht rond. Iets waar je ook niet echt gelukkig van wordt.

Die gevoelens zijn met de jaren uiteraard wel beginnen slijten, maar ik merk dat deze situatie toch nog veel naar boven komt. Telkens met de vraag: “Mocht ik toen geen C-attest gekregen hebben, hoe zou mijn leven dan nu zijn?”

Ook de bedenking dat als je iemand niet kan uitstaan, je die toch niet zijn jaar opnieuw laat doen? Want dan zit je er terug een jaar mee opgescheept. Ik vraag me ook af of hij nog leeft. Ik zou hem wel willen vragen wat hem toen bezield heeft? Of er in zijn loopbaan nog leerlingen zijn waar hij zoiets bij gelapt heeft?

Het is ook een ervaring waar ik weinig over praat, want ik kan me voorstellen dat velen het niet echt zouden geloven. Dat ik de dingen fout interpreteer en er echt wel een andere kant aan dit verhaal is.

Soit, een andere reden waarom ik hem wil ontmoeten is om hem te zeggen en tonen dat hij me er niet onderdoor gekregen heeft. Dat ik op een succesvolle en positieve manier door het leven ga en dat ik ondertussen een Bachelor diploma “gegradueerde in de orthopedagogiek” op zak heb.

En zo zijn er nog ervaringen en situaties in mijn eerste levensjaren geweest die me niet klein hebben gekregen. Die me doen besluiten dat ik er misschien juist sterker door geworden ben. Dat ik door deze traumatische verhalen juist geraakt ben tot waar ik nu sta. Dat ik er bijna dankbaar voor zou moeten zijn. Anderzijds: ik kan niet anders dan toegeven dat het geen makkelijk traject was. Dat ik er tot op vandaag nog steeds een prijs voor betaal.


Bedankt Sanne

Tot vandaag dus, want Sanne Van Rij stelt dit mechanisme in haar essay terecht in vraag. Door te stellen dat we iets positiefs uit onze negatieve ervaringen gehaald hebben, verzachten we ze. Op zich een begrijpbare en menselijke reactie. Maar de vraag is hoeveel dat uiteindelijk gekost heeft? En nog steeds dagelijks kost? Ze geeft aan dat je mag uitkomen voor de negatieve effecten en gevolgen. Je moet niet altijd moet doen alsof alles perfect loopt. Je mag ervan uitgaan dat zonder die traumatische ervaringen je leven misschien helemaal anders zou verlopen. Zonder de negatieve effecten en de prijs die je nu betaald om te staan waar je in je leven staat. Misschien stond je dan wel ergens helemaal anders of nog sterker in het leven… 

Bessel van der Kolk beschrijft dat heel goed in zijn boek ‘Traumasporen’. Welke invloed trauma een blijvend effect op je leven heeft. Ok, ik ben er goed uitgekomen, maar hoe zou mijn leven vandaag zonder al die negatieve ervaringen zijn? Waar zou ik dan nu staan? Zou ik dan nog steeds de behoefte hebben om me nu en dan op zolder af te zonderen?  

Ik weet het, het heeft geen zin om daar mijn hoofd over te breken. Doe ik op zich niet, want daar word ik niet gelukkig van. Maar toch vraag ik het me soms af. Vooral omdat het me veel kost om te staan waar ik nu sta en het dagelijks veel van me blijft vergen. 


Gedaan met eeuwig positivisme?

Vandaar dat ik probeer af toe niet mee te doen aan het eeuwige positivisme en de mooie plaatjes en filmpjes op sociale media. Vandaar dat ik bv. niet zwijg over onze moeilijke financiële situatie en hoe dat echt wel een impact op ons leven heeft. Nee hoor, we leven niet in armoede. Onze kinderen komen niets te kort. Ze hebben de luxe van een eigen kamer en het kunnen volgen van studies in het hoger onderwijs. Maar ook dat kost ons wel wat.

Vandaar dat ik af en toe niet zwijg, of wil zwijgen, over hoe bepaalde ervaringen ervoor zorgen dat mijn leven niet altijd rozengeur en maneschijn is. Het me veel energie kost om er elke dag weer te staan en mijn uiterste best tracht te doen om mee te blijven draaien in de dagdagelijkse ratrace. Ook al heb ik ervaren dat eerlijk delen wat er in mij aan de gang is niet altijd met evenveel dankbaarheid aangenomen wordt. Niet iedereen blijkt in staat om er zich onbevooroordeeld voor open te stellen. Maar ik vind dat ik het moet blijven doen. Want ik ben er zeker van dat velen in stilte lijden en de hoge schijn ophouden. Dat er nog steeds te veel taboes zijn.

Mocht je nog zin en tijd hebben om verder te lezen raad ik je onderstaande artikel aan. Het is heel herkenbaar voor mij. Ik zou het niet beter kunnen verwoorden.
Er rest me enkel nog je te bedanken voor je aandacht en het blijven lezen van mijn mijmeringen en gedachtegangen. Aarzel niet om je reactie te delen. Maar voel je zeker ook niet verplicht 😉

https://decorrespondent.nl/13614/nee-de-dood-van-mijn-moeder-heeft-me-niet-sterker-gemaakt/40000168113114-d7362e92?fbclid=IwAR11YjrQ6ChTDj5pqqDgvnY80g81AOWIPRLZm3pAb9Xj1q6hWB75QXtQo-o

Reacties

Populaire posts van deze blog

In de hoop weer 'gewoon Daisy' te kunnen zijn...

Voor dit portret trek ik naar mijn oude vertrouwde Zurenborg. De Antwerpse wijk waar ik mijn eerste jaren in Antwerpen doorbracht. Ik herinner me nog de avonden op de Dageraadplaats, op een bankje onder een houten afdak. Het was de afspraakplek voor de lokale jeugd. Later werd dat café Zeezicht. In die tijd was het aantal horecazaken daar zeer beperkt. Veel keuze was er niet. Nu is het er helemaal anders, veel cafés en restaurantjes, een deel van de straten rond het plein zijn autovrij. Wat ruimte voor een leuke speeltuin geeft. Een lichtjestapijt boven het basketbalveld wekt de indruk van een permanent zichtbare sterrenhemel.   Je kan er relaxed op een terrasje plaats nemen terwijl je kinderen zich   in de speeltuin amuseren. Je maakt er kennis met de troeven van leven in een stad, zonder broeierige onaangename drukte. Ooit een wijk in verval, met oude huizen die niemand wou. Te kostelijk om ze te renoveren in te isoleren. Nu een van de hipste wijken van ’t stad. Daisy woont er graag,
De belichaming van hoop? De aftrap In de koffiebar van KdG campus zuid vraag ik het haar: of ik haar portret zou mogen schijven. Op zich niet evident, want het is niet dat we zo’n persoonlijk innige band hebben. We kennen elkaar vooral als collega’s. Maar wie verder leest, zal ontdekken dat er wél een link is.   Ze reageert zeer enthousiast op mijn vraag. Voelt zich zelfs vereerd. Heel begrijpelijk, het idee dat iemand interesse in je toont en daar iets mee wil doen is fijn. Ze is de eerste die ik zal portretteren. Ik kan geen uitgebreid palmares aan portretten als referentie voorleggen. Ik apprecieer dat ze me deze kans geeft. Een portret schrijven is een momentopname, in dit geval gebaseerd op een diepgaand gesprek en eerdere ervaringen die ik met Leen had.  Op weg naar Deurne Soit, het is daardoor dat ik op een zaterdagmiddag in winterse koude van Hoboken naar de andere kant van de stad fiets. Het klinkt misschien spectaculair, maar het valt wel mee. Zo groot is Antwerpen nu ook

Mijn 2023 (best op een groter scherm bekijken)