Doorgaan naar hoofdcontent

In de hoop weer 'gewoon Daisy' te kunnen zijn...

Voor dit portret trek ik naar mijn oude vertrouwde Zurenborg. De Antwerpse wijk waar ik mijn eerste jaren in Antwerpen doorbracht. Ik herinner me nog de avonden op de Dageraadplaats, op een bankje onder een houten afdak. Het was de afspraakplek voor de lokale jeugd. Later werd dat café Zeezicht. In die tijd was het aantal horecazaken daar zeer beperkt. Veel keuze was er niet.

Nu is het er helemaal anders, veel cafés en restaurantjes, een deel van de straten rond het plein zijn autovrij. Wat ruimte voor een leuke speeltuin geeft. Een lichtjestapijt boven het basketbalveld wekt de indruk van een permanent zichtbare sterrenhemel. 

Je kan er relaxed op een terrasje plaats nemen terwijl je kinderen zich  in de speeltuin amuseren. Je maakt er kennis met de troeven van leven in een stad, zonder broeierige onaangename drukte. Ooit een wijk in verval, met oude huizen die niemand wou. Te kostelijk om ze te renoveren in te isoleren. Nu een van de hipste wijken van ’t stad.

Daisy woont er graag, ze ziet zich niet direct verhuizen. Niet alleen het plein en de ambiance van de wijk houden haar daar. Ook de goede contacten met andere gezinnen uit de buurt. Door verbouwingen verhuisde een van haar buren tijdelijk een paar straten verder. Ze vonden dat niet leuk, ze misten hun eigen stekje, hun fijne buren en de nabijheid van de Dageraadplaats. Zo’n sterke verbondenheid met haar thuis heeft Daisy ook. Iets wat het afgelopen jaar nog duidelijker werd. Nee, elders wonen is geen optie.

Maar ik ben niet naar Zurenborg gefietst om het met Daisy over de wijk te hebben. Ja, het komt regelmatig ter sprake. Daisy is heel sociaal, heeft een groot netwerk. Niet alleen door de wijk, ook de tennisclub, de voetbalclubs waar haar zonen trainen en de jeugdbeweging. Ze is heel toegankelijk, het is makkelijk om contact met haar te maken.  

Ze twijfelde niet toen ik haar vroeg of ik een portret van haar mocht schrijven. En zo zet ze zich vandaag relaxed in de sofa om mijn vragen te beantwoorden. Ik moet er op zich niet veel stellen, veel stimulans om te babbelen heeft ze niet nodig. Gedurende een 90-tal minuten praat ze vooral over het afgelopen jaar. 

Wat ik ergens toch ook wel verbazingwekkend vind. Niet dat we elkaar nu zo goed kennen. Onze relatie was eerder zakelijk. Als collega’s, als leidinggevende tegenover personeelslid. Dus om je dan open te stellen is niet evident. 

Haar wereld werd serieus op zijn kop gezet. Iets wat bij mij ook hevig binnenkwam. 

Nee, het heeft niets met ‘karakter hebben’ te maken. Daar is ze zeer duidelijk over. Iets wat ze  meermaals in ons gesprek aangeeft.

Terwijl ze het afgelopen jaar regelmatig anderen hoorde zeggen dat ze dat toch echt wel heeft.

Voor mij zit een nuchtere Daisy, iets wat ze voordien ook al was, maar initieel voor mij minder duidelijk naar voor kwam. En ja, haar wereld stopte toch ook wel even. Ik kan het me niet voorstellen, het is zo één van die dingen die je zelf moet meemaken vooraleer echt te kunnen inschatten hoe het voelt en wat het met je doet. Voor alle duidelijkheid, niet iets wat ik iemand toewens. 

Ze heeft een heftig jaar achter de rug. Juist na haar 40e verjaardag werd borstkanker vastgesteld. Tot dan was ze nog nooit ziek geweest. Op zich voelde ze zich ook goed, wat het voor haar extra beangstigend maakte.  “Je bent dan superziek en je merkt er niks van.”

Ook naar de toekomst toe blijft dat een moeilijke zegt ze. Want bij eventueel herval voel je dat dus niet. Daisy zal regelmatig op controle moeten. Telkens opnieuw hopend op goed nieuws. Dit, en het nemen van veel medicatie,  zal vanaf nu een blijvend onderdeel van haar verdere leven uitmaken. 

Ze praat er allemaal rustig, zonder uitgesproken emoties, over. Ik denk deels ook wel met een zekere gelatenheid. Ze heeft, en had, geen keuze hé, maar er te diep en te veel over nadenken wil ze ook niet doen. Want naast vrij nuchter is ze ook heel realistisch. Ze weet dat de kans reëel is dat ze niet heel oud wordt. Wat nog meer maakt dat ze van elke dag wil genieten. Genieten van de dagelijkse dingen waarbij haar gezin centraal staat.

Juni 2022 stopte haar leven dus even. Enkele weken verliep het als in een roes. ‘Borstkanker’ was de eerste diagnose. Iets later stelden ze uitzaaiingen in haar ruggenmerg vast. Scans gaven aan dat het heel dicht  bij de zenuwbanen zat. Echt geen goed nieuws dus.

Tja, dan is het echt wel op het randje. Eerst wist ze niet of ze nog zou genezen. Iets waar de huisarts niet echt een antwoord op kon geven. Dus moesten ze nog een paar weken wachten, tot ze bij de oncoloog terecht kon. Ik schrijf hier zeer bewust ‘moesten ze’. Want het gaat niet alleen over Daisy hé. Er is nog Tim en de drie zonen. Voor hen ook geen evidente weken.

“Hoe kom je daar dan door?” vraag ik haar. “Tja, bijna niet hé…je zit daar dan met je drie kinderen en je man.”

De huisarts schreef ook Tim enkele weken ziekteverlof voor, gaan werken was niet echt een prioriteit. Ze hebben veel zitten wenen en eens een keer gaan fietsen en wandelen om iets te doen te hebben. De drie kinderen zorgden er wel voor dat het gewone leven zijn gang bleef gaan. Die moesten naar school, een paar keer per week naar het voetbal, tijdens het weekend naar de jeugdbeweging, … maar het waren wel lange, heel stresserend weken. Wachtend en hopend op wat goed nieuws. 

Eerst waren er alleen de scans om te checken of en hoeveel uitzaaiingen er waren. Verder deden ze dan niks. Tot de start van de behandelingen. “Dan kun je vechten” hoorde Daisy vaak zeggen. Een uitspraak waar ze zich niet in kan vinden. Je kan er niet tegen vechten, het is eerder ondergaan, er voor gaan en op het beste hopen. Al die mensen die zeggen ‘ge doet dat goed’. Je doet dat gewoon op automatische piloot. Je gaat naar het ziekenhuis en je laat dan alle onderzoeken doen en de chemo, bestralingen en operaties.

“Hebben al die door kanker sterven dan niet hard genoeg gevochten?” vraagt ze me? Ook op wat ‘karakter hebben’ betreft reageert ze met eenzelfde nuchterheid.  Je hebt geen keuze. Het is starten met behandelingen of het opgeven. In dat laatste geval stopt het dan definitief. Geen moment heeft ze aan die optie gedacht.

Vanaf de start van de behandelingen ging het mentaal beter. Ze kreeg veel vragen, of ze niet bang was van de chemo en zo. “Nee, laat het allemaal maar zo snel mogelijk starten, dan is er terug vooruitzicht. Dan ben je tenminste iets aan het doen.” 

Daisy heeft veel geloof in de klassieke geneeskunde. Je hebt mensen die dan zeggen dat ze gezonder gaan eten of dingen anders gaan aanpakken. Zoals meer sporten en zo. De pillen die ze nu neemt, met die hormonen … veel mensen zeggen dat ze dat niet willen. Daisy twijfelt niet, al geeft het maar een paar procent extra kans, ze zal dat altijd proberen.  

Maar de kans op herval is groot. Omdat het al zo ver gevorderd was, en dat moet je wel een plaats kunnen geven. Ze gaat daarvoor naar de psychologe van de borstkliniek. Die psychologe is er altijd bij geweest, bij de chemo, na de operatie, en nu gaat ze er dus nog af en toe naartoe. Ze is er ook met Tim geweest, omdat het je ook als koppel verandert.

“Vooral ik ben veranderd, hij en de jongens niet zo, die hebben er ook wel impact van gehad, maar die hun leven is ‘gewoon’ doorgegaan. Tim is blijven werken en de jongens zijn gewoon naar school blijven gaan.” Al voegt ze er aan toe dat Tim het keigoed gedaan heeft. Die heeft haar enorm gesteund en bleef voor de jongens zorgen. Maar hij ervaart het allemaal wel anders. Wat zeker geen oordeel, het is gewoon de realiteit. 

Hij is daar ook niet zo veel meer mee bezig als zij. Het is terug wat zoeken, ook naar de toekomst toe. Beide vinden het belangrijk om van het leven te genieten. Dat heeft Daisy nu nog veel meer. Terwijl Tim zich eerder afvraagt of ze niet extra moeten sparen of investeren in iets. 

Nee, Daisy wil nog keiveel op reis, dat is wat ze het liefste doen, zeker nu de jongens nog mee willen. “Je weet niet hoe oud ik nog word. Je denkt daar nu nog veel meer over na dan mensen die niet ziek zijn geweest.”

Ik blijf het raar en confronterend vinden, dat ze dat zo rustig zegt. Dat ze misschien niet zo oud zal worden. Anderzijds, het is nu eenmaal de realiteit waarin haar leven zich bevindt. Ze kan niet anders dan dat aanvaarden en verder gaan. Zoals het was voor die verdomde kanker alles overhoop gooide. 

Ze had zo’n poortkatheter waarlangs ze de chemo kreeg. De oncoloog stelde voor om die te laten zitten: ‘voor als het terug komt’. Nee, dat ziet ze niet zitten, ze vind het mentaal ook te moeilijk om dat te laten zitten: “Je voelt dat het er niet hoort.” 

Nu de behandelingen achter de rug zijn wil ze zelf terug beslissen. Je voelt zo’n poortkatheter heel de tijd zitten, aan je bh-bandje, de veiligheidsgordel in de auto, of wanneer je er op ligt. Ook al vond de oncoloog het misschien een goed idee om dat niet weg te halen. “Mocht het ooit terug nodig zijn kunnen ze er een nieuwe steken hé.” Daar is die nuchterheid weer.  Ze heeft ook gelijk, na alles wat ze heeft moeten doorstaan is het eventueel opnieuw laten steken van zo’n poortkatheter echt wel een kleinigheidje. 

Nu wil ze zo snel mogelijk terug gewoon ‘Daisy’ zijn. Niet ‘Daisy de kankerpatiënt’. Ook daarom wil ze dat ding weg. Ook niet naar praatgroepen gaan of op stap met lotgenoten. Nee, niet nodig.

Ze ziet dat anderen er wel behoefte aan hebben. Maar zij niet, want dan blijft dat steeds te veel op de voorgrond aanwezig. Nee, laten we nu terug genieten. En het ‘gewone’ leven terug zijn gangetje laten gaan. Op stap met de jongens, lekker uit eten met Tim, een terrasje op het plein en op reis, dat mag zeker niet ontbreken.  

De oudste gaat vanaf dit jaar naar het middelbaar. De jongens worden groot. Ze kijkt er naar uit om ze te zien opgroeien en meer tijd te hebben met hen, zonder het verzorgende en de beperkingen die je met kleinere kinderen wel hebt.

Ze is stilletjes aan wel klaar om terug aan het werk te gaan. Eerst progressief en dan geleidelijk aan terug opbouwen. Het is nog moeilijk om zich lang op iets te focussen.

Daisy is een sportieve. Dat heeft misschien wel geholpen om niet te veel last te hebben van de behandelingen. Met de chemo was het wel zwaar, maar voor de rest viel het goed mee. Dankzij de vele medicijnen die de bijwerkingen wegnamen. Natuurlijk voelde ze zich niet top, maar nu ook niet dat ze heel de week ziek was. Ze is blijven tennissen en ging zo veel mogelijk bij de kiné sporten. 

Tijdens de behandeling leerde ze een vrouw kennen die hetzelfde doormaakte als zij. Maar jammer genoeg kan ze enkel in een rolstoel op uitstap met haar kinderen, ondanks dezelfde behandeling. Iedereen reageert er natuurlijk anders op, maar misschien dat voldoende sporten bij Daisy een voordeel gaf waardoor ze heel het proces beter kon verdragen. 

Het is nog niet zoals vroeger, maar ze kan het meeste wel terug doen. Ze heeft nu heel veel last van de bijwerkingen van de medicatie, haar gewrichten en spieren doen heel veel pijn. Wat ook beter gaat wanneer ze sport. 

Ik hoorde Daisy ooit zeggen de gedachte om 40 te worden absoluut niet fijn vond. Daar kijkt ze nu wel helemaal anders naar. Alhoewel, het is geen goed jaar geworden hé. Kort nadat ze 40 werd ontdekte de huisarts kanker bij haar.  

Nu wil ze gewoon ouder worden, want je hoort het meer en meer (te) jonge vrouwen die kanker niet overleven. 

Bij haar tennisclub heeft iemand ongeneselijk uitgezaaide kanker. Die hoopt dat ze de 40 nog haalt. 

Nee, mentaal was het geen pretje. Via haar warme buurt en ruime netwerk heeft ze veel steun. Er was altijd wel iemand die haar naar de chemo wou brengen, even langs kwam voor een kopje koffie, boodschappen wou doen en de kinderen wegbrengen naar hun hobby. Met een beurtrol kookten collega’s voor het gezin. Daisy kan zich niet voorstellen hoe je zonder zo’n netwerk deze ziekte moet trotseren. 

“Ik ben ook heel blij dat ik bij de stad werk en statutair in dienst ben. Ik heb dat op zich nooit heel belangrijk gevonden maar nu is dat wel een enorm voordeel, ik werd heel de tijd doorbetaald.”

Via de hospitalisatieverzekering, die elke werknemer ontvangt, kan Daisy een groot deel van de extra onkosten compenseren. Stad Antwerpen stelt zich ook heel toegankelijk op. Daisy zal geleidelijk aan terug aan het werk gaan. Rustig opbouwen zodat ze terug kan wennen aan het werkregime. Ook dat is niet evident. Ze kent een vrouw die in plaats van progressieve tewerkstelling een C4 van haar baas ontving. Niet alle werkgevers staan daar spijtig genoeg positief tegenover. 

Terwijl ik dit portret afwerk raast de wind langs het huis. Storm Ciarán passeert over ons land. Het past bij bovenstaand verhaal, Daisy heeft een stormachtig jaar achter de rug. Ik hoop dat de wind nu wat gaat liggen. Het zonnetje terug veel schijnt. Iets waar ze sowieso altijd al van gehouden heeft. Buiten kunnen genieten. Van haar gezin, familie, vele vrienden…en vooral nog vele avontuurlijke reizen. 

Maar vooral hoop ik dat Daisy terug gewoon als Daisy door het leven kan, zonder de stempel ‘kankerpatiënt’.  

Reacties

Populaire posts van deze blog

De belichaming van hoop? De aftrap In de koffiebar van KdG campus zuid vraag ik het haar: of ik haar portret zou mogen schijven. Op zich niet evident, want het is niet dat we zo’n persoonlijk innige band hebben. We kennen elkaar vooral als collega’s. Maar wie verder leest, zal ontdekken dat er wél een link is.   Ze reageert zeer enthousiast op mijn vraag. Voelt zich zelfs vereerd. Heel begrijpelijk, het idee dat iemand interesse in je toont en daar iets mee wil doen is fijn. Ze is de eerste die ik zal portretteren. Ik kan geen uitgebreid palmares aan portretten als referentie voorleggen. Ik apprecieer dat ze me deze kans geeft. Een portret schrijven is een momentopname, in dit geval gebaseerd op een diepgaand gesprek en eerdere ervaringen die ik met Leen had.  Op weg naar Deurne Soit, het is daardoor dat ik op een zaterdagmiddag in winterse koude van Hoboken naar de andere kant van de stad fiets. Het klinkt misschien spectaculair, maar het valt wel mee. Zo groot is Antwerpen nu ook

Mijn 2023 (best op een groter scherm bekijken)