Doorgaan naar hoofdcontent

Ben ik nu een saaie piet?

 

Ben ik nu een saaie piet? Dat vraag ik me al weken af. Deze vraag komt elke vakantie terug. Nee, ik stap niet in de auto, op het vliegtuig, de trein of bus naar het buitenland. Voor het ‘mooie’ weer hoeft dat ook niet. In mijn jonge jaren kon de zomervakantie echt wel tegenvallen. Door te veel regen en te koude dagen. Toen mijmerde ik wel over een week of twee genieten van de zon. Toen was de klimaatopwarming niet zo voelbaar als nu.


Al blijf het gevoel dat de urgentie echt nog niet doorgedrongen is. Velen percipiëren de huidige temperatuur hier als aangenaam warm, om van te genieten.

Toen vond ik de zomervakantie ook veel te lang, na een tijdje begon ik me danig te vervelen. Het mocht gerust wat korter. Ook toen genoot ik van vakantie in eigen land. Op kamp in de Ardennen met de ABVV-jongeren.

Gedurende een viertal weken elke dag met de fiets naar Boechout om mee voor te bereiden voor het jaarlijkse sfinks festival. Onderhoud van het park, gras maaien, de vijver dichten, Heras hekken zetten, tenten opbouwen. Met als uitschieter tijdens het festival zelf twee dagen en nachten pinten tappen en met lege en volle vaten bier sleuren. Zalig!

De boekenkast op zolder ligt vol folders, boekjes en kaartjes met uitgestippelde fiets- & wandelroutes. Op mijn Google Maps staan nog veel vlaggetjes met ‘wil ik nog heen’. Voornamelijk gepositioneerd in het Vlaamse landschap. Met af en toe eentje in Wallonië. Hetzelfde met de uitgestippelde routes op mijn account van ‘Vlaanderen fietsland’ en ‘Wandelroutes- & wandelknooppunten in Vlaanderen’. Het aantal nog te bewandelen of te fietsen routes neemt eerder toe dan af.

Er zijn nog zo veel plekjes in ons kleine Belgenlandje die ik nog nooit bezocht. Waar ik ook graag een keer naar toe ga. Mijn vakanties zijn de volgende 25 jaar nog voldoende gevuld. Idem wat de nationale treintripjes betreft. Neem twee uurtjes de trein vanuit Antwerpen en je komt in een heel andere omgeving terecht. Dat zou het enige argument kunnen zijn om toch maar hier in ’t stad te blijven wonen en niet naar de kust te verhuizen.

Maar de vraag blijft: “Ben ik een saaie piet?” Wanneer ik begin september na vier weken vakantie terug aan het werk ga zal ik met mijn collega’s niet mee kunnen uitwisselen over heroïsche of spannende avonturen in het verre zuiden of hoge noorden. Op sociale media zie ik dat de Scandinavische landen aan populariteit toenemen (dit even terzijde als een extra weetje).

Maar heel eerlijk: op dit moment vind ik het zalig om gewoon buiten op ons eigen terras te genieten van het (een beetje) te warme weer. Met het zicht op een heel mooie stadstuin. Momenteel ook in relatieve stilte. En af en toe een kort tripje met moeder de vrouw. 

Vakantie is voor mij vooral vertragen. Waarschijnlijk ook deels bekomen van de drukte van het dagelijkse leven. Als snel overprikkelde mens heb ik dat ook écht nodig. Zeker niet met die miljoen mensen mee naar de stad voor de vele festiviteiten. Het genot daarvan ontgaat me helemaal.

Ook niet met een overvolle koffer met de meute gaan aanschuiven in de luchthaven of op Franse overvolle snelwegen. Voor mij geen grote uittocht, eerder een aangename intocht. Gewoon effe niks moeten. Meer moet dat echt niet zijn!



Reacties

  1. Prima geschreven, Erik, en geniet van je dagen waar je ook bent , thuis of op een ander.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

In de hoop weer 'gewoon Daisy' te kunnen zijn...

Voor dit portret trek ik naar mijn oude vertrouwde Zurenborg. De Antwerpse wijk waar ik mijn eerste jaren in Antwerpen doorbracht. Ik herinner me nog de avonden op de Dageraadplaats, op een bankje onder een houten afdak. Het was de afspraakplek voor de lokale jeugd. Later werd dat café Zeezicht. In die tijd was het aantal horecazaken daar zeer beperkt. Veel keuze was er niet. Nu is het er helemaal anders, veel cafés en restaurantjes, een deel van de straten rond het plein zijn autovrij. Wat ruimte voor een leuke speeltuin geeft. Een lichtjestapijt boven het basketbalveld wekt de indruk van een permanent zichtbare sterrenhemel.   Je kan er relaxed op een terrasje plaats nemen terwijl je kinderen zich   in de speeltuin amuseren. Je maakt er kennis met de troeven van leven in een stad, zonder broeierige onaangename drukte. Ooit een wijk in verval, met oude huizen die niemand wou. Te kostelijk om ze te renoveren in te isoleren. Nu een van de hipste wijken van ’t stad. Daisy woont er graag,
De belichaming van hoop? De aftrap In de koffiebar van KdG campus zuid vraag ik het haar: of ik haar portret zou mogen schijven. Op zich niet evident, want het is niet dat we zo’n persoonlijk innige band hebben. We kennen elkaar vooral als collega’s. Maar wie verder leest, zal ontdekken dat er wél een link is.   Ze reageert zeer enthousiast op mijn vraag. Voelt zich zelfs vereerd. Heel begrijpelijk, het idee dat iemand interesse in je toont en daar iets mee wil doen is fijn. Ze is de eerste die ik zal portretteren. Ik kan geen uitgebreid palmares aan portretten als referentie voorleggen. Ik apprecieer dat ze me deze kans geeft. Een portret schrijven is een momentopname, in dit geval gebaseerd op een diepgaand gesprek en eerdere ervaringen die ik met Leen had.  Op weg naar Deurne Soit, het is daardoor dat ik op een zaterdagmiddag in winterse koude van Hoboken naar de andere kant van de stad fiets. Het klinkt misschien spectaculair, maar het valt wel mee. Zo groot is Antwerpen nu ook

Mijn 2023 (best op een groter scherm bekijken)